U bent hier
Improvisations
Improvisations
Ondanks de titel wordt er in dit solowerk niet geïmproviseerd. Ik ben ervan overtuigd dat elke goede uitvoerder eender welke compositie moet brengen alsof hij de muziek terplekke improviseert. Een echte improvisatie gebeurt echter ‘live’ en is slechts mogelijk indien er ruimte overblijft om vrij om te springen met muzikaal materiaal binnen een afgesproken kader (zoals bijvoorbeeld een akkoordschema). In deze compositie is de onderliggende structuur te complex om daarin ‘live’ te kunnen improviseren. Het noteren van dit werk duurde enkele maanden, wat bewijst dat Improvisations eerder een compositie is en geen improvisatie. Mijn behoefte aan onderliggende samenhang en absolute controle over muzikaal materiaal maken waarschijnlijk dat ik eerder componist dan improvisator ben geworden.
Hoewel ikzelf violist ben geweest, gebruik ik mijn instrument niet tijdens het componeren. Componeren is – ook al schrijf ik voor mijn eigen instrument -telkens een zoektocht die losstaat van idiomatisch denken.
Improvisations is in wezen een chaconne, indien het chaconne-idee wordt gereduceerd tot een compositie die gebaseerd is op een terugkerende akkoordprogressie. In tegenstelling tot de traditionele chaconne, waarin meestal een progressie van 4 of 8 maten wordt gevarieerd, is Improvisations gebaseerd op een sluitend, cyclisch akkoordschema bestaande uit 64 akkoorden. Deze cyclus wordt 2 keer gespeeld. Het begin komt terug op de gulden snede van het werk (herkenbaar aan de enige bartokpizzicato in de compositie). Net zoals bij een chaconne worden de akkoorden dikwijls uitgebreid met andere noten, die dan weer hun oorsprong vinden in 4 verschillende modi. Zowel de keuze van de akkoorden als de opeenvolging van de modi is serieel georganiseerd. Maar ondanks deze cerebrale structuur, streefde ik tijdens het componeren in de eerste plaats naar een organisch klinkend – schijnbaar improvisatorisch – geheel.
Het akkoordenspel op viool ligt me zeer nauw aan het hart. Mijn voorliefde voor Johann Sebastian Bach resulteerde reeds in een bewerking van de driestemmige Ricercare uit Das Musikalische Ofper voor viool solo. Strikt genomen is het onmogelijk om 4 verschillende noten gelijktijdig te laten klinken op een viool, maar Bach daagt de violist uit om dat wel te suggereren. Dit inspireerde me om deze viooltechnische ‘handicap’ om te buigen tot een voordeel: door het ‘breken’ van vierstemmige akkoorden, is het mogelijk om in die fractie van een seconde nog andere noten te spelen, bijvoorbeeld met een tremolo (het snel achter elkaar spelen van twee verschillende tonen, waardoor ze schijnbaar gelijktijdig klinken). Veel akkoorden in Improvisations zijn dan ook vijfstemmig. In tegenstelling tot Bachs partituren is in mijn compositie elk akkoord tot in de kleinste details uitgeschreven, waardoor er technisch gesproken geen enkele onmogelijke samenklank te vinden is in de partituur.
18/05/2014 - Live - Festival van Vlaanderen Kortrijk
- Viool solo