U bent hier
Vers 4
Vers 4
Of Van Ostaijens gedichten wel of geen concrete betekenis hebben, laat ik in het midden maar wel staat vast dat zijn poëzie bruist van energie en klank. Zijn Vers 4 uit De Feesten van Angst en Pijn inspireerde me om een wervelende compositie te schrijven voor mezzosopraan en 8 instrumenten waarin in ik enerzijds probeerde een eigen 'commentaar' op de tekst in mijn muziek weer te geven (dit was nodig omdat de tekst aan het absurde grensde). Anderzijds wilde ik ook het tegenovergestelde laten gelden: soms grenst de muziek dan weer aan het absurde (bijvoorbeeld door de virtuositeit) en wordt dat becommentarieerd (of verklaard) in de tekst. Op deze manier wil ik ruimte overlaten aan de luisteraar om te interpreteren.
Vers 4 werd een belangrijk werk in mijn compositorische evolutie: de muzikale 'chaos' in het begin wordt hier voor het eerst gedomineerd door een eigen strikt serieel systeem, wat in mijn muziek volledig nieuw was. De compositie is gebaseerd op een 9-toonsmodus, maar door de verschillende transposities boven elkaar grenst het klinkend resultaat dikwijls aan de vrije atonaliteit.
- Mezzo-sopraan
- Fluit
- Klarinet in Bes
- Hoorn in F
- Fagot
- Viool
- Altviool
- Cello
- Contrabas